Tina De Gendt is, zoals ze het zelf zegt, publiekshistorica. Ze probeert steeds van onderuit de geschiedenis te onderzoeken, ze doet aan geschiedenis in en met het publiek. Haar werk bevindt zich steeds op het kruispunt tussen migratie en urbanisatie, wat natuurlijk onlosmakelijk verbonden is met mobiliteit.
Kan je ons iets vertellen over je laatste project, ‘De Poorten’?
De Poorten is eigenlijk het resultaat van verschillende projecten. In 2010 kwam ik erachter dat er nog nooit echt onderzoek gedaan was naar het grote aantal Gentenaars met Turkse roots (1 op de 10 Gentenaars). Daar maakte ik uiteindelijk een boek over (Turkije aan de Leie) en zo kwamen ook andere groepen met een migratieachtergrond bij mij terecht. Op een bepaald moment begon mij op te vallen dat ik altijd in dezelfde wijken terechtkwam.
Dat waren niet toevallig altijd de wijken waar tot 1860 stadspoorten hadden gestaan: Brugse Poort, Dampoort, Rabot, Muidepoort, … De meest diverse wijken en de meest mobiele wijken, waar er de meeste migratie is. Dat zijn precies die plekken waar tot 150 jaar geleden ook gewoon de stadspoorten stonden. Dat kon toch geen toeval zijn?
De afgelopen 7 jaar heb ik de geschiedenis van die poortwijken, samen met de mensen die er wonen, onderzocht in het kader van De Vierkante Kilometer, een project van het STAM. Dat alles bracht ik samen in een expo in het STAM en in een boek.
Waar vroeger de stadspoorten stonden, loopt nu een groot stuk van onze huidige binnenring. Wil dat zeggen dat daar vroeger ook altijd al een weg rond geweest is?
Dat was een waterweg. De binnenring loopt in Gent, zoals in veel steden, bijna volledig gelijk met de stadsmuur of de stadsomwalling. En meestal loopt die stadsomwalling gelijk met de plaats waar oorspronkelijk het water ook zit. En dus in die zin was dat wel al een soort van handelsweg, omdat je eigenlijk rond de stad kon varen.
In 1860 werden de stadspoorten afgebroken en heel snel daarna is er dan ook al een soort van ringweg ontstaan. En eigenlijk waren er toen al stukjes stadsboulevard. Zowel het stuk tussen de Rabotstraat en het Griendeplein als de Nieuwe wandeling, het woord zegt het zelf, die waren bedoeld als promenade. Daar konden de stadsmensen wandelen aan de rand van de stad om ‘naar buiten’ te kunnen kijken.
Maar vanaf 1870-1880 werden deze stukken ook overgenomen door het goederentransport, zowel met koetsen als met treinen.
Wanneer deed de auto zijn grote intrede in onze stad?
Tot de jaren ’50-’60 was de straat een hele belangrijke plek in het sociale leven van mensen. Mensen zaten gewoon op hun dorpel en de kinderen speelden op straat. Zeker in poortwijken speelde de 'publieke ruimte’ een belangrijke rol voor ontmoetingen tussen nieuwkomers en oudkomers.
En dan komt die auto. En plots rijdt die in de kleinste straatjes en de mensen trekken naar binnen. De straat heeft daardoor veel van zijn charme als sociale ruimte verloren en in de plaats zijn mensen in de poortwijken op zoek gegaan naar andere ontmoetingsruimtes: door pleintjes af te bakenen of verlaten industriegebieden als groenruimte te claimen.
Tussen het Griendeplein en de Rabotstraat ligt al een stukje boulevard.
Wat moet er volgens jou gebeuren opdat mensen de auto vaker aan de kant laten staan?
Tenzij er gigantische investeringen in het openbaar vervoer gebeuren, zal de auto voor de meeste mensen heel belangrijk blijven. Je moet niet enkel kijken naar waar de mensen wonen, maar ook naar waar ze werken. We moeten niet alleen zorgen dat ze met het openbaar vervoer naar de Korenmarkt geraken. Ze moeten ook op hun werk geraken.
Spreekt het idee van een stadsboulevard jou aan?
Ik ben in de eerste plaats voor een meer leefbare stad, dus ik zie zeker het potentieel van een stadsboulevard. Het is denk ik heel belangrijk om nu te gaan luisteren wat de mensen nodig hebben. Betrek de mensen uit de wijken rond de binnenring écht bij de plannen voor een boulevard.
Het verhaal van stadsvernieuwing wordt heel vaak verteld alsof de vernieuwing van bovenaf komt, door de overheid beslist. Maar daar gaat steeds een andere fase aan vooraf. Waarin burgers, nieuwkomers, allerlei organisaties en ook bedrijven een grote rol spelen.
Er zijn de afgelopen decennia bijvoorbeeld al heel wat acties rond verkeersveiligheid op de R40 geweest die veel succes hebben gekend. Niets is hier zomaar gekomen, alles heeft een achtergrond van strijd. Dat kan je alleen bereiken door ook echt te luisteren naar de noden van de inwoners.
En tegen verkeersveiligheid kan niemand eigenlijk iets inbrengen, dat is belangrijk voor iedereen.
De tentoonstelling ‘De Poorten’ loopt tot 31/8/2025, maar via de website vind je heel wat info en ook het boek dat Tina schreef is nog verkrijgbaar. www.tinadegendt.com
Interview door GMF-vrijwilliger Hanne Neys, juli 2025