Welke rol speelt de auto in onze samenleving? Niemand beter om deze vraag aan te stellen dan Eva Van Eenoo. Eva is opgeleid als historicus en ruimtelijk planner. Vijf jaar lang onderzocht ze voor haar doctoraatsonderzoek aan de VUB hoe mensen tegenover autogebruik staan. Haar onderzoek nam onder meer Gent als casestudie, waarbij ze in gesprek ging met verschillende Gentenaars. We vragen haar hoe mensen naar autobezit kijken.
Eva Van Eenoo, ruimtelijk planner en mobiliteitsexpert
"Veel mensen beschouwen het bezit van een auto als een verworven recht op vrijheid en zelfbeschikking: men wil altijd en overal zo snel mogelijk ergens naartoe kunnen gaan. Het idee dat de auto aan deze wens moet voldoen is geleidelijk aan gegroeid: parkings en autostrades worden aangelegd, verplaatsing met de auto gaat sneller, er wordt meer gereden, er ontstaat meer verkeer en opnieuw worden er meer parkings en wegen aangelegd als oplossing.
Onze samenleving is zodanig gehecht geraakt aan de auto dat autogebruik beperken voor sommigen als een onrechtvaardigheid aanvoelt. Als we mobiliteit als een recht beschouwen dan is het echter een recht voor iedereen, ook voor wie zich geen auto kan veroorloven of krijgt van de werkgever. In mijn onderzoek komt naar boven dat er grote maatschappelijke verschillen bestaan tussen Gentenaars op het vlak van rijgedrag en autobezit. Armere bevolkingsgroepen, mensen zonder hoge opleiding, oudere mensen en alleenstaanden bezitten minder vaak een auto. Wanneer zij in een wijk wonen waar mobiliteit en openbaar vervoer beperkt is, dan zorgt dat voor problemen. Een bakfiets of fietsen voor elk kind kopen is voor sommige gezinnen een grote kost, net zoals openbaar vervoer.
Daartegenover staat een rijkere laag van de bevolking. De groep mensen die hier bewust kiest om geen auto te hebben terwijl ze er zich wel een kunnen permitteren is een absolute minderheid. Mensen met een beter inkomen hebben vaker een bedrijfswagen en soms twee wagens per gezin. Ze rijden meer kilometers, zeker als ze een tankkaart of laadkaart hebben. Hoewel deze groep mensen openbaar vervoer makkelijker kunnen betalen en regelmatig fietsen vinden zij hun wagen vaak onontbeerlijk. Daar zijn verschillende redenen voor.
Hoe dan ook, de verschillen tussen Gentenaars moeten ons doen nadenken over hoe we onze openbare ruimte inrichten. Wanneer we beslissen over hoeveel parkings en rijvakken er in Gent moeten zijn, volstaat het niet om te kijken naar hoeveel auto’s er vandaag op de ring rijden. Gedrag is veranderlijk en sociale verschillen moeten in rekening worden gebracht bij de langetermijnplanning. Het is voor mensen die geen auto hebben moeilijker om zich te verplaatsen in deze samenleving, vooral omdat er aan openbaar vervoer geen prioriteit wordt gegeven. Dit soort uitsluiting vinden we te evident. Waar je als samenleving in investeert en hoe je de schaarse ruimte invult is een bewuste keuze. Door de normalisering van een auto wordt vaak het belang van bereikbaarheid met de auto vooropgezet, wat discriminerend is als je het bewust doet. Kijk bijvoorbeeld naar de bedrijfswagens: de afgelopen drie jaar is het aantal met 10% gestegen. We kunnen niet zeggen dat dat is omdat de nood om een auto te hebben is toegenomen. Bedrijven kiezen voor dit soort verloning omdat het voordelig is. Dit toelaten is een keuze die we maken als samenleving.
Beeldendatabank Stad Gent
Waarom is een stadsboulevard een stap in de juiste richting?
Het verandert wat we als normaal beschouwen. Merk op dat de mentaliteit in Gent al vaak is veranderd dankzij actief beleid. Bijvoorbeeld: quasi iedereen gaat ermee akkoord dat je niet meer met je auto op de Korenmarkt kan staan. Binnen de kleine ring rijden er minder auto’s en is er bijgevolg een betere levenskwaliteit. Waarom vinden we het niet normaal dat alle Gentenaars in zo’n wijk leven? We vinden het te vanzelfsprekend dat wie binnen het centrum woont van meer privilege geniet. Deze denkwijze heeft een historische oorsprong: Gent was tot 1860 alles wat binnen de stadsmuren lag. Na het afbreken van de muren vormde dezelfde as de grens waar tol werd geheven, waarna men tenslotte de kleine ring aanlegde als autostrade rondom de stad. Maar Gent is zo sterk gegroeid dat er meer mensen binnen dan buiten de kleine ring wonen. Het idee van een centrum dat het echte Gent uitmaakt is artificieel. Een stadsboulevard die van de kleine ring een lokale weg maakt kan dit veranderen en wijken verbinden. In de eerste plaats zal de levenskwaliteit van alle Gentenaars die rondom de kleine ring wonen stijgen, meer in evenwicht met het centrum van de stad. Men zal zich ook op een andere manier beginnen verplaatsen waarop bedrijven, scholen en culturele centra anders zullen nadenken over waar ze een nieuwe vestiging plannen. Bereikbaarheid zal meer betekenen dan bereikbaar zijn met de auto. Als een woekerende aardbeienplant kan de stadsboulevard zo lokale ontwikkeling in gang zetten en de stad transformeren.
Dit potentieel moet wel goed benut worden. Als de huisprijzen ongecontroleerd stijgen dan dreigt het effect van gentrificatie: bepaalde bevolkingsgroepen die geen huis meer kunnen kopen en naar slechtere woonplaatsen verhuizen. Men moet daarom inzetten op meer sociale woningen in Gent, ook rondom de stadsboulevard.
Beeldendatabank Stad Gent
Als jij de keuze had, welk stuk van de kleine ring zou je het eerste aanpakken en hoe?
Aan Palinghuizen rijden fietsers onbeschermd naast een drukke autobaan, dat is echt iets om aan te pakken. Een ander punt is de Heuvelpoort. De prioritaire rijrichting is die van de auto’s die over de kleine ring rijden, terwijl hordes fietsers en bussen dan lang voor een rood licht staan te wachten. Die ongelijkheid kan je meteen rechttrekken door de lichten aan te passen in het voordeel van het verkeer dat overheen de kleine ring passeert. Zo’n maatregel kan je meteen nemen en kost niets in vergelijking met dure ingrepen als een tunnel die opnieuw autogebruik aanmoedigen.
Als we het plaatje groter bekijken dan zou ik de centrumparkings voorbehouden aan de inwoners van Gent. Zo voorkom je het aanzuigeffect van auto’s naar het centrum, waardoor je minder wegcapaciteit nodig hebt. Tenslotte zouden we in twee richtingen een tram overheen de kleine ring kunnen laten rijden. Zo verbind je Gentenaars van alle wijken met elkaar!
Interview door GMF-vrijwilliger Remi Leroy, september 2025